Beste reizigers

“Dames en Heren, op perron 3 komt binnen de vertraagde intercity uit Arnhem”.  De omroepberichten op de stations begonnen altijd met “Dames en Heren”.

Maar nu niet meer. Sinds december 2017 begint een omroepbericht altijd met “Beste reizigers”. Bijvoorbeeld: “Beste reizigers, de trein naar Ede vertrekt over 5 minuten”.

Als je zoals ik al vele jaren met de trein reist, dan valt dat op. Het voelt opmerkelijk. Het klinkt vreemd; alsof de omroepster een  fout gemaakt heeft.

“Beste reizigers”. Ik ken die omroepster niet, en zij kent mij ook niet. En toch spreekt zij mij aan met “Beste”. Een beetje neerbuigend en vrijpostig. Bovendien: soms ben ik alleen maar op het station om mijn dochter op te halen. Dan ben ik geen reiziger, terwijl het bericht toch ook voor mij bedoeld kan zijn.

“Dames en Heren”, (dan even een korte stilte), “de trein naar Utrecht vertrekt vandaag van spoor 3”.  “Dames en Heren”: het is heel neutraal. Zo spreek je een onbekende aan. Beleefd, respectvol, maar niet overdreven. Precies goed. Als ik op straat een onbekende aanspreek, dan zeg ik: “Mevrouw, …” en niet “Beste voetganger, ..”.

“Beste reizigers, voorlopig rijden er geen treinen naar Barneveld”.

“Beste reizigers, voorlopig rijden er geen treinen naar Barneveld.”. Eerst krijg ik een compliment (ik ben niet zomaar een gewone reiziger; nee, ik ben een beste reiziger). Vervolgens wordt het slechte nieuws over mij uitgestort. Tegenstrijdig. Bovendien ben ik dan geen reiziger, want de trein rijdt niet. Was ik maar een reiziger.

Waarom deze verandering? De NS wil mee gaan in de mode om “gender-neutraal” te zijn. Maar hoeveel mensen zijn er nu die zich niet aangesproken voelen met “Dames en Heren”? Er zijn (voormalige) vrouwen die zich man voelen, en omgekeerd. Voor die mensen is “Dames en Heren” nog steeds prima. Er zijn mensen die zich zowel man als vrouw voelen. Voor die mensen is “Dames en Heren” bij uitstek geschikt. Er zijn homoseksuelen mannen en vrouwen en er zijn biseksuele mensen.  Al die groepen worden met “Dames en Heren” prima aangesproken.

Dus “Beste reizigers” is uitgevonden en ingevoerd voor de groep mensen die zich geen man en ook geen vrouw voelen. Die groep moet wel heel erg klein zijn; waarschijnlijk minder dan 1% van de bevolking. Die mensen zullen het best heel moeilijk hebben, maar het valt te betwijfelen of “Dames en Heren” echt hoog op hun problemenlijst staat.

Maar het zal wel wennen, ook voor de 99% van de reizigers die wel prima aangesproken worden met “Dames en Heren”. Tenslotte heeft het verder weinig gevolgen.

Maar het is toch wel opmerkelijk dat een organisatie als de NS actie neemt om minder dan 1% van de reizigers tegemoet te komen. Het lijkt misschien een actie die weinig kost, maar reken maar dat er flink over vergaderd is. Waarschijnlijk zijn er mensen zijn op cursus gestuurd, zijn er instructies gemaakt en zijn er computer systemen met automatische boodschappen aangepast.

In het algemeen moeten organisaties oppassen met dit soort overdreven politiek correcte actie ten gunste van een hele kleine minderheid.

Dit gaat het ten kosten van de geloofwaardigheid van organisatie en de medewerkers van de organisatie. Was de NS altijd al zo betrokken bij het leed van deze groep? Of is dit verzonnen door mensen die met de heersende politieke winden meewaaien en volgend jaar en weer met wat anders komen?

Als de NS een kleine minderheid van minder dan 1% van alle reizigers al zo gemakkelijk tegemoet komt, dan mag je toch zeker verwachten dat grotere problemen die door veel grotere groepen reizigers gevoeld worden, snel en vlot opgelost zullen worden?

  • 90% van de reizigers vindt het lastig en verwarrend dat er op één perron check-in palen van verschillende maatschappijen staan. Eerst uitchecken bij de één en dan inchecken bij de ander. Als je een reisje maakt van Ede naar Arnhem-Velperpoort, dan moet je soms wel en soms niet op Arnhem-Centraal uitchecken en weer inchecken. Daar hebben mensen echt last van, want dat leidt tot stress. Bovendien worden er veel vergissingen gemaakt en dat resulteert in dure boetes. Wat gaat men daar dan aan doen?
  • 90% van de reizigers vindt het onzin dat een goed werkende OV-chipkaart na 5 jaar vervangen moet worden. Kosten voor de “Beste reiziger”: € 7,50. En die  moet dan ook nog een ingewikkelde procedure doorlopen om het geld dat op de oude OV-chipkaart staat terug te krijgen.
    Wat gaat men daar aan doen?

Het oplossen van dit soort echte problemen van grote groepen mensen staat niet zo hoog op de politiek correcte agenda. Maar toch: je maakt er wel veel reizigers blij mee.

Smartphone? Nu even niet.

Ik heb geen smartphone. Opmerkelijk? Ik weet het niet. Mijn redenen om geen smartphone te gebruiken:

  • Even ontspannen
    Overdag op het werk zit ik de hele dag achter een beeldscherm. ’s Avonds thuis zet ik ook vaak de laptop aan, of gebruik ik m’n tablet. Dat is (meer dan) genoeg. Af en toe even wat anders doen is ook wel gezond.
  • Even niet bereikbaar
    Ik heb thuis een vaste telefoonaansluiting en ik heb altijd een oude mobiele telefoon bij me voor noodgevallen (geen smartphone, maar ik kan wel gebeld worden en sms-jes ontvangen). En verder ik heb e-mail. Ik ben dus meer dan voldoende bereikbaar. Ik check een paar keer per dag mijn email, maar ik ben niet altijd en overal voor iedereen bereikbaar. En dat voelt prettig.
  • Even geen zorgen
    Welke Apps ga ik installeren? Wat gebeurt er als de smartphone gestolen wordt? Is dan mijn e-mail account dan ook in handen van de dief? Waarom is hij zo traag geworden na de laatste update van Android? Wat kan ik daar aan doen?  En hoe zit het met mijn privacy?
    Net als elke andere computer betekent het gebruik van een smartphone extra zorgen en extra werk. Daar heb ik nu even geen zin in.
  • Even echt contact met echte mensen
    Af en toe een gesprekje in de trein met andere reizigers is toch ook wel leuk. Smartphoners hebben daar geen tijd voor. Die zijn bezig met hun telefoon.
  • Even wat beleefdheid
    Laatst had ik op het werk een gesprek met een smartphoner. Dat gesprek werd onderbroken omdat hij een privé-berichtje binnen kreeg op zijn smartphone.  En dan: “O sorry, ik moet even een berichtje terugsturen en even snel wat geld overmaken. Duurt niet lang”. Ik zal wel ouderwets zijn, maar ik vind dat onbeleefd en niet respectvol.

Allemaal goede redenen om geen smartphone te gebruiken. Maar ik sluit ook niet uit dat ik nog wel eens zo’n ding aanschaf. Want je kunt er natuurlijk ook een heleboel leuke en nuttige dingen mee doen. En de druk van mijn omgeving (met name mijn kinderen) om toch ook via Whatsapp bereikbaar te zijn wordt toch wel erg groot.

Hebben kranten toekomst?

Hebben kranten toekomst? Of zullen zij uiteindelijk verdwijnen in het geweld van al het gratis nieuws op internet? Is het mogelijk voor nieuwsbedrijven om een verdienmodel op te zetten, gebaseerd op internet?

De Volkskrant is in ieder geval goed bezig. De nieuwe lay-out voor www.volkskrant.nl is opmerkelijk mooi! Geeft een echt “krant” gevoel. Met veel witruimte, dat geeft rust in de tekst.

Een beperkt aantal artikelen zijn alleen toegankelijk voor betalende abonnees. Na een ’teaser’ wordt je verzocht om in te loggen. Je mag verwachten dat dat in de toekomst vaker zal gebeuren. En terecht. Waarom zou je als bedrijf je product gratis weggeven?

Ook het kunnen instellen van je eigen belangstellingsprofiel is een mooie ‘feature’. Je geeft dan aan over welke onderwerpen en van welke journalisten en columnisten je graag artikelen leest. Daarmee wordt een pagina ‘Mijn nieuws’ opgebouwd.

Ook kan men artikelen ‘bewaren’, om later te lezen. Daar moet m.i. nooit aan beginnen. Je leest iets direct, of niet. Later lezen, dat komt er toch nooit van. Bovendien kun je een artikel altijd terugvinden in het archief van www.volkskrant.nl.

De bijbehorende app werkt prima. Het swipen van artikel naar artikel werkt prettig. Wel is het font van de app een beetje te klein voor mijn 50+ ogen. Ik heb nog niet gevonden hoe je dat kunt instellen. Meer informatie over de app.

De Volkskrant heeft nu 3 apps:
1. “De Volkskrant app”, inhoud gelijk aan www.volkskrant.nl, dus ook inclusief het nieuws van dit moment.
2. “De Volkskrant”, (is ook een app!), inhoud exact gelijk aan de papieren versie van de krant van deze morgen.
3. “De Volkskrant Select”, een selectie uit de krant voor morgen.

Hiervan leest nr 2. (“De Volkskrant”, inhoud gelijk aan de papieren versie van de krant) naar mijn mening het prettigst. De grootte van het lettertype kan ingesteld worden. Geen afleiding door bewegende advertenties, links, reacties etc. Alleen de foto’s en diagrammen die in de papieren krant ook staan. Echt een focus op de inhoud. Lezen, swipe naar volgend artikel, lezen, swipe naar volgend artikel. Eventueel terug naar pagina nivo of katern nivo. Geweldig! Beter dan de apps die ik gezien heb van andere kranten.

Een on-line abonnement  voor deze 3 apps (zonder papieren kranten) kost 3,00 per week, minder dan 50 cent per dag! En daarvoor heb je kwaliteitsnieuws, achtergrond en meningen. De krant van vandaag en het actuele nieuws. Eigenlijk opmerkelijk goedkoop.

Connexxion profiteert van perverse prikkels

cropped-hi13.jpgOpvallend veel perverse prikkels in het OV-chipkaart systeem. En opmerkelijk hoe Connexxion hiervan weet te profiteren.

Onlangs heb ik een boete gehad op de Valleilijn (ook wel bekend als “het kippenlijntje”; de trein van Ede naar Amersfoort).

Een reisje van Barneveld-Noord naar Ede-Wageningen kost normaal € 3,86. Dat werd nu € 38,86.

Volgens de controleur van Connexxion had ik ’s morgens op de heenreis in Barneveld-Noord niet uitgecheckt. Ik meen zeker te weten van wel. In ieder geval, aan het einde van de werkdag heb ik ingecheckt op station Barneveld-Noord om terug te reizen. Maar het Connexxion systeem “dacht”  dat ik 9 uur (!) lang op de Valleilein had gereisd en nu pas uitcheckte,  En toen de controleur van Connexxion kwam, was zijn conclusie dat ik niet ingecheckt had.

“Of u bent vanmorgen vergeten uit te checken, of het uitchecken heeft niet goed gewerkt”, zei de controleur van Connexxion.
Dat klonk redelijk; foutloze ICT systemen bestaan immers niet.
“Maar”, zo ging de controleur heel onredelijk en handenwrijvend verder, “ook als ons Connexxion  systeem de fout gemaakt heeft, dan krijgt u als reiziger toch een boete!”.

Ook als ons Connexxion  systeem de fout gemaakt heeft, dan krijgt u als reiziger toch een boete!

En als er geen controleur geweest was, dan had Connexxion toch nog de “automatische boete” geïncasseerd: vanwege de missende check-uit ’s morgens in Barneveld-Noord had de terugreis mij € 20,00 gekost in plaats van € 3,65. Dus € 16,14 te veel op een reisje van € 3,86. Elke fout is een win-win situatie voor Connexxion!

Die automatische boete kan de reiziger in theorie terugvragen. Een doorn in het oog van Connexxion! Ze hebben wel de terugvraag procedure zo ingewikkeld mogelijk gemaakt, maar helemaal onmogelijk is het niet. 10% van de automatische boetes wordt met succes teruggevraagd.

De controleur had ook kunnen zeggen: Ik zie dat u vandaag in totaal 9 uur lang ingecheckt was, op een traject dat maximaal 45 minuten duurt. Er is dus ergens iets fout gegaan. Wilt u even bij het volgende station inchecken? Zo doet de NS dat.

Maar zo werkt Connexxion niet. Connexxion melkt het OV-chipkaart systeem tot op de laatste druppel uit. De automatische boete is niet voldoende, de “controleursboete” levert meer op:  € 35,00 en die kan niet teruggevraagd worden.  Dus ook trouwe klanten worden ten overstaan van de hele trein als een crimineel behandeld.

Connexxion ontziet daarbij niemand. Ik heb een oude vrouw met tranen in de ogen in de trein zien zitten naar aanleiding van een proces-verbaal door een Connexxion controleur.

Ja, mevrouwtje, u heeft het fout gedaan. U heeft ingecheckt bij die paal van de NS. U had natuurlijk die paal van Connexxion moeten hebben… Ja, die staat vlak naast die paal van de NS. Daarom krijgt u nu een proces-verbaal. Legitimeren!.. Ja, nu!… Nee, niet de OV-chipkaart… Paspoort!

Incidentele reizigers, bejaarden, buitenlanders en kinderen, die gaan op dit traject vaak in de fout. En die weten echt niet hoe ze de automatische boete van € 16,35 kunnen terugvragen. Sterker nog, ze weten niet eens dat ze veel te veel betaald hebben.

Maar ook de ervaren reiziger gaat de in de fout. Een maand heeft ongeveer 20 werkdagen. Dat is 80 keer in- of uitchecken. Of 160 keer als je één keer moet overstappen. Gemiddeld genomen wordt er dan één of twee keer per maand een fout gemaakt, door het Connexxion-systeem of door de reiziger. Ik heb zelf gemiddeld 1 fout per maand (ongeveer het landelijk gemiddelde). Dat kost me dan € 16,14 of € 35,00 extra (de automatische boete of de controleursboete) op een reisje van € 3,86.

En het ergste is dat je niet kunt controleren of het inchecken goed gegaan is. Je zit dus niet lekker meer in de trein. Je weet nooit zeker of je ingecheckt bent.

Juridisch is het standpunt dat de reiziger het wel kan controleren: de tekst die eventjes te zien is op de check-in / check-uit paal zou voldoende moeten zijn.

Je ziet die tekst éénmalig, 1 of 2 secondes lang. Dat zijn dan 3 regels tekst, met vrij kleine zwarte letters op een donkergroene achtergrond. En om het nog erger te maken: de teksten bij inchecken en uitchecken hebben dezelfde vorm en kleur. In beide gevallen eindigt de eerste regel op “OK”. Dus je moet het echt helemaal lezen, voordat je weet of er sprake is van inchecken of uitchecken. Maar ja, die tekst is natuurlijk allang verdwenen tegen dat tijd ik mijn 55-plus ogen multi-focaal heb scherpgesteld op dat kleine tekst-venstertje op de paal.

Als je de OV-chipkaart nog een keer bij de paal houdt om te kijken of het goed gegaan is, dan ben je ook de pineut. Want dan wordt je weer uitgecheckt.

Je zou ook na het inchecken terug kunnen lopen van het perron naar de stationshal, daar weer in de rij gaan staan voor een OV-oplaadpunt en dan controleren of het inchecken goed gegaan is en vervolgens weer de trap op teruglopen naar het perron. Maar ja, dan is je trein alweer weg.

Het is echt onbegrijpelijk dat onze rechters besloten hebben dat de reiziger hiermee voldoende mogelijkheden hebben om te controleren of ze ingecheckt zijn. Zie dit artikel. En het is nog erger:  je kunt je OV-transacties inderdaad wel checken via een smart-phone, maar dan zie je alleen de transacties van gisteren en ouder. Daar heb je dus ook niets aan voor de reis die je vandaag maakt.

Uiteraard is heb ik bezwaar aangetekend tegen deze boete. Mijn hele reishistorie opgestuurd naar Connexxion. Ik had toch eigenlijk wel verwacht dat de boete teruggedraaid zou worden, omdat men kon zien dat ik een goede klant was, altijd heen en weer reis tussen Ede-Wageningen en Barneveld-Noord, en dat 9 uur wel een heel erg lange reistijd was voor een kort ritje op een korte lijn.
Maar nee, de reactie was kort samengevat:  juridisch gezien mogen we u een boete geven, dus doen we dat ook. Blijkbaar is dit echt het beleid bij Connexxion.

Als we (Connexxion) de reiziger een boete kunnen geven dan doen we dat.


Het OV-chipkaart systeem zit opmerkelijk vol met “perverse prikkels“:

  • hoe onduidelijker het systeem voor de reizigers, hoe meer controleurs-boetes en hoe meer automatische boetes Connexxion opstrijkt.
  • hoe meer fouten in de techniek van Connexxion, hoe meer boetes Connexxion opstrijkt.
    Hoe hard loopt men dan bij Connexxion om een fout in het systeem op te lossen? Sterker nog: de prikkel is aanwezig om bewust fouten in te bouwen…
    Ik zeg niet dat ze het doen. Maar als een reiziger de schijn tegen heeft, dan krijgt hij een boete. Connexxion heeft wat dit betreft ook zeker de schijn tegen.
  • hoe onduidelijker de Reishistorie (op www.ov-chipkaart.nl/mijnovchipkaart), hoe minder reizers er zijn die merken dat ze te veel betaald hebben
  • hoe moeilijker de teruggaveformulieren, hoe minder reizigers er zullen zijn die er daadwerkelijk in slagen om hun teveel betaald geld terug te vragen.
  • door slechte kwaliteit van de OV-chipkaarten strijkt Connexxion jaarlijks ook weer veel boetes en dubbel betaalde reizen op
  • Ook houders van een trajectabonnement moeten inchecken. Ook reizigers die een éénmalig treinkaartje hebben gekocht moeten in en uitchecken. Volstrekt onnodig, maar het levert Connexxion lekker veel controleurs-boetes en automatische boetes op.
  • Bij overstappen (bv van Connexxion naar NS of vice-versa) is de kans op fouten minimaal 2 keer zo groot. Uitchecken bij de paal van NS, inchecken bij de paal van Connexxion op het zelfde perron. En in de juiste volgorde. Mensen zijn net als de OV-systemen van Connexxion: ze maken soms fouten. Dus dat levert Connexxion nog meer boetes op.
  • hoe meer de getoonde teksten bij inchecken en uitchecken qua kleur en vorm op elkaar lijken, hoe minder de reizigers eventuele vergissingen opmerken en hoe meer boetes Connexxion kan opstrijken

Bij NS hoort de reiziger bij inchecken één piep en bij uitchecken twee piepen. Dat helpt. Bij Connexxion hoor je altijd één piep, bij zowel inchecken als uitchecken.

Allemaal inkoppertjes voor Connnexxion. Connexxion “verstopt” bijvoorbeeld het verschil tussen inchecken en uitchecken (want dat levert meer boetes op).

Bij NS hoort de reiziger bij inchecken één piep en bij uitchecken twee piepen. Connexxion kiest voor één piep, bij zowel inchecken als uitchecken.

De tekst in het venster van de paal is dezelfde kleur bij inchecken als bij uitchecken. Verder kiest Connexxion voor een vrij klein lettertype. Het Connexxion logo dat ook in het tekstvenster staat, is bijvoorbeeld stukken groter. Blijkbaar is het belangrijk dat de reiziger dat wel kunnen zien.

Verder staan er 3 regels tekst in het venster, wat ook nog weer verwarrend werkt. En Connexxion zet er altijd het geruststellende woord “Ok” bij. Eigenlijk is dat woord “Ok” het enige wat ik kan lezen, maar het zegt niets, want ook al ben ik 9 uur lang ingecheckt op een traject van maximaal 45 minuten, dan nog staat er keurig Ok bij; terwijl het echt niet Ok is.

Het kan wel duidelijk; als Connexxion er maar belang bij heeft.

Maar als het saldo op de ov-chipkaart lager wordt dan € 20,00 dan vindt Connexxion het belangrijk dat de reiziger het saldo snel aanvult. Dat wordt dan heel duidelijk gemaakt. Het tekst-venster op de paal krijgt dan een andere kleur (rood) en het geluidssignaal is anders. Dat zie je meteen en dat hoor je. Het kan dus wel duidelijk; als Connexxion er maar belang bij heeft.

Er zijn veel makkelijke verbeteringen mogelijk. Ik noem drie verbeteringen die heel simpel te realiseren zijn:

  1. Vervang de 3 regels tekst die je gedurende 1 seconde ziet bij het in- of uitchecken door 1 woord: “In” of “Uit”;  in een zo groot mogelijk lettertype. Aan de vorm van het woord kun je dan al zien wat het resultaat is.
  2. Doe net als de NS: één piep bij het inchecken, 2 piepen bij het uitchecken.
  3. Doe net als de NS: een check-in verloopt na 6 uur automatisch.

Maar ja, deze eenvoudige verbeteringen zouden Connexxion veel geld kosten, want minder boetes. Dus Connexxion zal dat echt niet doen. Dat is nu eenmaal het probleem van de perverse prikkels: goed gedrag wordt afgestraft en slecht gedrag wordt beloond.

Mijn advies: koop een e-ticket. Dan hoef je niet in en uit te checken en heb je alle bijbehorende ellende niet. En goedkoper, want geen automatische boetes of controleursboetes.

En als je toch met de OV-chipkaart blijft reizen, dan heb ik twee tips:

  1. Als je een controleur ziet bij het instappen, vraag dan altijd of ze je ov-chip kaart willen controleren. Daar heb je recht op, dat moeten ze doen.  En als het dan niet klopt, dan kun je aktie ondernemen (bv alsnog inchecken, of een los kaartje kopen als je OV-chipkaart het niet werkt).
  2. gebruik de OV-checker. Die heb ik gemaakt om de automatische boetes in mijn reishistorie op te sporen.

Gelukkige kinderen

Al eerder schreef ik over het opmerkelijke nieuws dat Nederlandse kinderen volgens het Unicef de gelukkigste kinderen van de hele wereld zijn. Blijkbaar doen we toch iets goed!

Hoe kijken buitenlanders daar tegen aan? Een interessante analyse is te lezen in de blog van Rina Mea Acosta, een Amerikaanse freelance schrijver, die nu in Nederland woont. Zij geeft een aantal verklaringen waarom onze kinderen zo gelukkig zijn.

Hieronder een vertaling / samenvatting van deze post.

  1. Nederlandse ouders zijn zelf ook gelukkig.
    Dat komt onder andere omdat in Nederland het welzijn van de bewoners serieus neemt.  En kinderen van gelukkige ouders hebben de neiging om zelf ook gelukkiger te zijn.
  2. Nederlandse moeders worden niet depressief.
    In vergelijking met veel andere landen kunnen Nederlandse moeders vaker hun eigen keuzes maken, op het gebied van werken (niet, part-time of full-time), geloof, keuze van partner en andere belangrijke dingen.
  3. Nederlandse vader zijn ook daadwerkelijk  betrokken bij huishouding en opvoeding van kinderen; meer dan in vergelijkbare landen.
  4. Nederlands kinderen ervaren weinig druk en stress.
    Kinderen op de basisschool hebben zelden huiswerk en hebben veel tijd om na school te spelen. Dat is in landen als Amerika en Japan wel anders.
  5. Samen ontbijten
    Ontbijten is goed en samen ontbijten is nog weer veel beter. Er schijnen weinig landen te zijn waar de kinderen zo vaak in gezinsverband ontbijten.
  6. Nederlandse kinderen worden gezien en gehoord en er wordt naar geluisterd.
    En ook daar worden de kinderen gelukkig van, volgens mevrouw Acosta.
  7. Oma
    In veel Nederlandse gezinnen speelt oma (en opa ook?) een belangrijke rol. Vaak verzorgen ze één dag kinderopvang per week. Goed voor de kinderen en ook goed voor de ouders. En wat goed is voor de ouders, is ook weer goed voor de kinderen.
  8. Kinderbijslag en toeslag voor kinderopvang helpen ook weer om kinderen gelukkiger te maken.

Social media voor de vereniging?

team2In mijn vrije tijd ben ik webmaster van de website van Pallas’67, een leuke en gezellige atletiekvereniging in Wageningen.

En in die functie heb ik weleens een discussie over de vraag: “moeten wij als vereniging een pagina of een groep op Facebook hebben en dat actief ondersteunen?” Geïnteresseerde Facebookers kunnen dan reageren op de activiteiten van de vereniging. Dat levert extra publiciteit op voor onze vereniging.

Is dat nuttig? Moeten we dat als vereniging doen? Die vraag is naar mijn mening makkelijk te beantwoorden: niet doen!  Het hebben van een Facebook pagina is nadelig voor een vereniging. Er zijn opmerkelijk veel argumenten tegen:

  • Bezoekers van die Facebook pagina of groep zullen minder vaak de ‘gewone’ website van onze vereniging bezoeken, want men leest op Facebook ook al over de verenging. Of men zal vanaf de Facebook pagina een link naar één specifiek artikel op onze website aanklikken en alleen dat ene artikel lezen. Voor onze vereniging is het beter dat men onze eigen website echt bezoekt. Dan ziet men bijvoorbeeld ook de oproepen voor vrijwilligers of het aanmeldformulier om lid te worden; heel belangrijk voor onze vereniging!.
  • Ook kan men op onze eigen website de advertenties van onze eigen sponsoren zien. Dat is, vanuit ons gezichtspunt, beter dan de advertenties op Facebook. Natuurlijk, de Zuckerbergjes hebben het ook moeilijk en Facebook moet elk kwartaal twee miljard (!) dollar aan reclame inkomsten binnen sleuren, anders gaat de koers omlaag. Maar toch, onze eigen clubkas kan ook wel wat inkomsten gebruiken.
  • Minder bezoekers op onze eigen site betekent ook dat er minder verhalen en foto’s van wedstrijden worden geplaatst op onze site. Onze site wordt minder interessant, waardoor er nog minder bezoekers komen. De webmasters zullen ook minder tijd gaan besteden aan de site (want ja, voor wie doe je het nog?). Vernieuwingen op de site blijven uit en de site bevat alleen nog maar saaie informatie. Zo krijg je een spiraal naar beneden.
    Onze vereniging is met 500 leden gewoon te klein om meerdere internet kanalen in stand te houden en van interessante content te voorzien.
  • Hoe zorg je ervoor dat alle belangrijke informatie tijdig en correct op Facebook komt? Het is al lastig genoeg om één website echt goed up-to-date te houden.
  • En als je een verenigingspagina op Facebook hebt, dan zullen er ook leden komen die een verenigingspagina op LinkedIn en Googleplus willen. Een nog grotere fragmentatie van de doelgroep, met alle nadelen van dien.
  • De inhoud en toonzetting van een Facebook pagina wordt gemaakt door de berichten van de bezoekers: leden, oud-leden en niet-leden. Er is geen verschil tussen echte informatie, geruchten en scheldpartijen. Dat kan het imago van onze vereniging beschadigen.
  • Een sportvereniging moet zich m.i. niet associëren met een bedrijf dat onzorgvuldig omgaat met de privacy van bezoekers en daarom vaak negatief in het nieuws is. Er zijn vrij veel mensen (dus ook potentiële leden) die echt negatief staan ten opzichte van Facebook.
  • In verband met de privacy problemen moet je ook erg terughoudend zijn op Facebook met het publiceren van namen en foto’s, zeker als het om jeugdleden gaat. Foto’s kunnen getagd worden en wie weet wat Facebook er nog meer mee gaat doet. Natuurlijk, de webmaster van een verenigingswebsite kan ook in fout gaan, maar die wordt dan wel corrigeerd door de leden of ouders. Het privacy-beleid van Facebook is moeilijker om bij te sturen.
  • Als de Facebook pagina van onze vereniging succesvol is, dan heb je:
    1) een levendige en interessante Facebook pagina, die ongeveer door een derde van onze doelgroep bezocht zou kunnen worden. De rest heeft geen Facebook account of is niet meer actief op Facebook.1)
    2) een ‘dode’ verenigingswebsite waar weinig meer op gebeurt en dus weinig bezoekers krijgt.
    Netto heb je dus minder bezoekers.
  • Ook het werven van nieuwe leden gaat moeilijker met een website die weinig uitstraling heeft. “Wat een saaie club, er gebeurt niets!” is dan onbewust de indruk die men krijgt bij een bezoekje aan onze website. Merk op dat het argument “Ja, maar onze Facebook pagina is wel heel interessant”  niet helpt bij twee derde van de potentiële leden (want niet actief op Facebook).
    Kortom, een succesvolle Facebook pagina werkt nadelig voor de vereniging.
  • Bestaat Facebook nog over twee jaar? Ook Facebook kan in een negatieve spiraal komen. Als een deel van de bezoekers wegloopt (bv tieners gaan naar Instagram omdat hun ouders nu ook op Facebook zitten, of er treedt gewoon Facebook-moeheid op bij de Facebook veteranen), dan wordt het minder interessant voor de achterblijvers, waardoor die ook weglopen. Facebook verkoopt dan minder advertenties, waardoor de beurskoers instort. Negatief nieuws, waardoor er minder aanwas komt van nieuwe Facebookers en nog meer mensen weggaan.
    En dan kan het snel gaan. Denk maar aan MySpace en Hyves.
  • En als Facebook wegzakt, dan zitten wij als vereniging met 1) een ‘dode’ Facebook pagina en 2) een ‘dode’ verengingswebsite.
    We hebben dat eerder meegemaakt. Zo had onze vereniging een bloeiend gastenboek, dat gebruikt werd door leden om berichtjes uit te wisselen. Totdat een lid het beter vond om dat via Hyves te doen. Het gastenboek op de site werd niet meer gebruikt en dus verwijderd. Maar ja, een jaar later kwam Hyves in een negatieve spiraal. Geen gastenboek meer op Hyves en geen gastenboek meer op onze eigen site.

Je kunt het vergelijken met de situatie van een vereniging die ’s woensdags een goed bezochte verenigingsavond heeft in de kantine van het clubhuis. Dit stimuleert het verenigingsgevoel en levert ook nog wat op voor de clubkas.
Nu is er een lid die wekelijks een alternatieve verenigingsavond wil organiseren in een trendy café. Gaat de vereniging daar aan meewerken? Een bordje in de kantine ophangen met een verwijzing naar het trendy café? Zou ik niet doen.

Natuurlijk, als een enthousiast lid van onze vereniging een pagina of groep over onze vereniging wil beginnen op Facebook, Google+, LinkedIn of één van de andere social media, dan kun je dat niet tegenhouden. Maar je moet er in ieder geval niet aan mee merken. Dus bijvoorbeeld geen link op de website en geen verwijzing in het clubblad naar die Facebook pagina.

Ik zou liever zien dat alle tijd en energie die gestopt wordt in het opzetten en up-to-date houden van een Facebook pagina, wordt besteed om onze eigen website nog beter en attractiever te maken. Bijvoorbeeld een plaats inruimen voor reacties van leden en bezoekers (een moderne vorm van het gastenboek dat we met Hyves verloren hebben). Of de site geschikter maken voor bezoekers met smart phones en tablets. Daar hebben we dan blijvend plezier van; voor alle bezoekers.

________

1) In mijn omgeving (ICT-collega’s, sportverenging) is ongeveer de helft van de mensen actief op Facebook. Dat is natuurlijk ongekend veel. Facebook is heel succesvol. Maar onder tieners neemt het gebruik van Facebook sterk af en ook ouderen zijn veel minder actief op Facebook, hoewel hun aantal wel toeneemt. Dus overall schat ik dat ongeveer één derde van de Nederlanders (boven de 15) echt actief is op Facebook.

Nederland Wereldkampioen!

Opmerkelijk goed nieuws, dat opmerkelijk weinig aandacht kreeg. Woensdag 10 april (2013) was er een klein berichtje te lezen op nos.nl over de uitkomsten van onderzoek door UnicefNederlandse kinderen zijn het ‘gelukkigst’.

Nederlandse kinderen zijn al jaren het gelukkigst, dat zegt Unicef. De kinderrechtenorganisatie onderzocht hoe het met kinderen in Europa en Noord-Amerika gaat. Net als vijf jaar geleden staat Nederland bovenaan.
De onderzoekers keken onder andere naar gezondheid, veiligheid, scholen, gedrag en hoe mensen wonen. Nederlandse kinderen hebben meestal de spullen die ze nodig hebben, krijgen goed onderwijs, hebben het minst vaak overgewicht en de meeste kinderen drinken geen alcohol.

Alsof Nederland wereldkampioen is geworden, en dan ook nog in iets dat echt belangrijk is!  Want dit gaat om onze kinderen en dus ook om onze toekomst. Wat kan er nog belangrijker zijn? Blijkbaar doen we toch iets goeds!

Opmerkelijks is ook hoe weinig aandacht dit geweldige positieve nieuws krijgt van de Nederlandse pers. De Volkskrant beperkt zich tot een klein artikeltje waarin buitenlandse kinderen op een internationale school in Nederland worden geïnterviewd. De Gelderlander concentreert zich op de vraag waarom Duitse kinderen zo laag scoren. Het Algemeen Dagblad heeft er een heel kort berichtje over, waarin ze stellen: “Het welzijn van kinderen heeft invloed op ontwikkelingen op latere leeftijd, zoals werkloosheid, drugs- en alcoholgebruik en betrokkenheid bij misdaad”.  Ik neem aan dat het een gunstige invloed is, maar dat laat het AD in het midden. De Telegraaf schrijft letterlijk hetzelfde korte berichtje.

Het is natuurlijk ook moeilijk voor de pers om met dit positieve nieuws om te gaan. Jarenlang heeft men de indruk gewekt dat alles fout gaat in Nederland en dat Nederland aan de rand van de afgrond staat. Dan kun je niet zo maar ineens melden dat het blijkbaar toch wel goed gaat in Nederland.

En vergeet ook niet dat we, volgens kranten, radio en tv, dagelijks met allerlei heftige rampen worden geconfronteerd: we kunnen soms uren lang geen geld uitgeven vanwege storingen bij de bank, de OZB stijgt, een bestuurder maakt zicht schuldig aan “de schijn van belangenverstrengeling”, door de bezuinigingen moeten we een orkest opheffen en meer van dit soort 1e-wereld rampen. Dan is er blijkbaar geen ruimte meer voor positieve ontwikkelingen.

En toch, misschien zou de pers wat meer aandacht moeten besteden de dingen die we in Nederland wel goed doen: we zorgen blijkbaar goed voor onze kinderen, ons land is één van de weinig landen met een AAA-rating, onze werkeloosheid is één van de laagste in Europa, onze pensioenvoorzieningen behoren bij de beste van de wereld, en zo is er misschien nog wel meer goed nieuws.

Stel dat Nederland wereldkampioen voetbal zou worden. Ik denk dat de meeste kranten dan vele pagina’s vol weten te schrijven over hoe geweldig Nederland is. En terecht. Waarin een klein land groot kan zijn! Maar het welzijn van onze kinderen is nog veel belangrijker, voor de kinderen zelf, voor hun ouders, voor hun grootouders en voor alle andere Nederlanders. Als we daarin de beste van de wereld worden, dan mag daar wat mij betreft nog wel wat meer aandacht aan gegeven worden.

Rekenen

staartdeling2Op VMBO’s, HAVO’s, VWO’s, MBO’s, HBO’s en Universiteiten leert men de scholieren/studenten nu rekenen. Pardon, rekenen? Ja, rekenen!  Maar leren ze dat niet op de basisschool? Nee, dat leren ze niet meer op de basisschool.

Wat doet men dan wel op de basisschool? Daar doet men aan ‘Het Nieuwe Rekenen’. De problemen daarmee zijn allang bekend. Zie bijvoorbeeld deze publicatie uit 2008. Zelf heb ik als ouder ook deze problemen met het nieuwe rekenen gezien en van dichtbij meegemaakt.

Eén van de basisschoolleerlingen had veel aanleg voor rekenen en had er ook veel plezier in: ze snapte hoe een getal in elkaar zat en vond het leuk om sommen te maken. En kon dat op jonge leeftijd al behoorlijk goed. Maar toen ze ongeveer 9 jaar oud was, kwam het Nieuwe Rekenen. Toen moest ze eerst een jaar lang getallenlijnen tekenen en daarna moest ze met het nieuwe rekenen aan de slag. Voor elke som moest er dan weer een ander trucje (“strategie”) gevonden worden. Voor een kind dat methodisch denkt is dat een echte afknapper. In één keer was al het plezier in het rekenen weg. Dat werkte dus niet.

Een andere leerling had minder aanleg voor rekenen. Daarom was hij juist gebaat bij een éénduidige strategie. Getallen recht onder elkaar zetten en dan optellen, dat lukte nog wel. Zo kon hij getallen van 5 of meer cijfers bij elkaar optellen en tot een correcte uitkomst komen. Maar ja, dat mocht niet bij het Nieuwe Rekenen. Die ouderwetse manier van rekenen was “cijferen” (en daar werd dan een vies gezicht bij getrokken). Ook hij moest op basis van inzicht (dat hij niet had) bij elke som een ander trucje kiezen. Ook dat werkte natuurlijk niet.

Het Nieuwe Rekenen leidde dus tot slechte resultaten. Zowel kinderen die aanleg hebben voor rekenen als kinderen die geen aanleg hebben voor reken, konden nauwelijks rekenen toen ze van de basisschool afkwamen.

Het voortgezet onderwijs (VMBO, HAVO, VWO) heeft tot nu toe met een grote boog om dit probleem heen gelopen. Omdat de scholieren niet fatsoenlijk konden rekenen, werden ze uitgerust met een dikke en geavanceerde rekenmachine die bij elke eenvoudige som werd gebruikt. Wat is 100 : 10? Rekenmachine! Twee derde + twee zesde? Rekenmachine! Dus het kleine beetje rekenenvaardigheid dat de kinderen nog hadden, was na 4 – 6 jaar voortgezet onderwijs helemaal weg.

Ik ken kinderen die met goede cijfers voor wiskunde slaagden op het Gymnasium maar die nog steeds niet goed konden rekenen.

MBO, HBO’s en Universiteiten klagen al jaren steen en been dat hun studenten niet kunnen rekenen. Nota bene de PABO (pedagogische academie voor het basisonderwijs) was de eerste opleiding die hier iets aan ging doen. Ze moesten wel, want hun afgestudeerden waren niet meer in staat om op de basisschool rekenles te geven.

De PABO heeft toen een rekentoets ingevoerd. Je moet die rekentoets halen, anders kun je niet slagen voor de PABO. En steeds meer MBO’s en HBO’s voeren nu deze rekentoetsen in. Op veel universiteiten mag je bij de examens geen rekenmachine meer gebruiken; dat dwingt de studenten ook om te leren rekenen.

En nu wordt de volgende stap genomen. De middelbare scholen (VMBO, HAVO, VWO) merken dat leerlingen die kunnen rekenen, hogere kansen hebben op de vervolgopleidingen. Dus geven de middelbare scholen nu rekenles aan de kinderen. Ouders van 15-jarigen helpen nu hun kinderen  bij het maken van staartdelingen en andere rekensommen. Dat was in de hoogtij dagen van het Nieuwe Rekenen wel anders.

En misschien komt er nog wel eens iemand op het briljante idee om onze kinderen op de lagere school goed te leren rekenen. Gewoon, net als vroeger.

 

 

Tablets en Smartphones

Screenshot_2012-09-30-09-44-49Het maken van een website met een goede vormgeving is in de loop van de tijd steeds moeilijker geworden. ‘Vroeger’ was alles beter. Toen had iedereen nog een beeldscherm met de verhouding 800 x 600 pixels. Dus daar kon je de vormgeving op richten.

Tegenwoordig moet je rekening houden met een opmerkelijk groot scala van verschillende beeldschermen. Veel nieuwe beeldschermen hebben het ‘breedbeeld’ formaat. Wel handig als als je film wilt kijken op het beeldscherm, maar ontzettend onhandig als de website gebruikt wordt om teksten weer te geven.

Op zo’n breedbeeld formaat kun je dan maar weinig tekstregels weergeven. Bovendien wil je er nog een leuk plaatje boven zetten, en onderaan de pagina ook nog wat informatie over jouw bedrijf of vereniging. Dan hou je nog maar een paar regels over om de echte inhoud weer te geven. En aangezien verreweg de meeste websites teksten weergeven, scrollen we ons tegenwoordig een muis-arm.

Een andere ontwikkeling waar je als website ontwerper tegenwoordig rekening mee moet houden, is het gebruik van smartphones en tablets. Want de website moet ook goed weergegeven worden op dit soort apparaten. Dat zijn dan weer heel andere lengte-breedte verhoudingen en andere lettergroottes.  En het beeld moet kunnen kantelen  (van horizontaal naar verticaal en andersom).

Eén en dezelfde website moet er op al die verschillende beeldschermen, tablets en smartphones goed uit zien. Dat is erg lastig om te ontwerpen. Je ziet dan ook in de praktijk de meest vreemde effecten. Veel websites zijn nauwelijks leesbaar op een tablet of telefoon. Deze blog werd nog wel redelijk goed weergegeven op een tablet, alleen de rechter kolom paste dan niet meer naast de tekst en werd helemaal onderaan weergegeven.

Daarom ben ik nu overgestapt op het allernieuwste ’thema’ van het onvolprezen WordPress blog systeem: twenty-twelve. Hiermee wordt de blog zowel op gewone beeldschermen als op mobiele apparaten goed weergegeven. Knap werk van de ontwerpers bij WordPress! De vormgeving van het thema zelf vind ik een beetje kaal en de grote wit-ruimte rechts bovenaan vind ik jammer. Maar het belangrijkste is dat al die miljoenen mobiele internetters mijn blog nu goed kunnen lezen.

Zo ziet deze blog er nu uit op verschillende mobiele apparaten. De kleinere telefoons kunnen uiteraard nog steeds maar één kolom weergeven, maar de tablets tonen nu keurig beide kolommen naast elkaar, in een goed leesbaar lettertype.

E-boeken in de aanbieding

van3naarEen opmerkelijk goed boek voor een opmerkelijk lage prijs.

Als een e-boek in de ramsj gaat, dan gaat het blijkbaar hard. Zo kun je nu (september 2012) bij bol.com het digitale e-boek “Van 3 naar 10.000.000 vrienden ” van Raymond Spanjar kopen voor het symbolische bedrag van € 0,49 (u leest het goed:  negenenveertig cent).  Heel opmerkelijk, want het is een geweldig goed boek. Als je het nog niet gelezen hebt: direct kopen en downloaden!

Het leest als een spannend verhaal en is daarnaast ook vaktechnisch interessant (voor ICT-ers). Het gaat over Hyves; hoe de oprichters Hyves binnen een paar jaar tot een geweldig succes hebben gemaakt.

Ik heb zelf nooit op Hyves gezeten. Maar mijn kinderen wel. Die waren op een gegeven moment altijd heel druk met het ‘pimpen van hun hyve’. Het leek wel alsof heel Nederland daar mee bezig was.

Het is echt spannend om te lezen hoe de drie oprichters van Hyves voortdurend veel ballen in de lucht moesten houden:

  • groeien, groeien, groeien. Want de concurrentie groeit ook erg hard.
  • voldoende geld binnen halen, om steeds meer computers te kopen om de groei bij te houden en het systeem voldoende snel te houden.
  • maar toch geen reclame op de site en zeker geen betaald lidmaatschap want dat vinden de bezoekers (waarschijnlijk) niet leuk en gaat dus ten koste van het groeien, groeien, groeien.

De wereld van de social networks is een vreemde business. Hoewel de sites vele miljoenen leden hebben, kan er niet of nauwelijks geld verdiend worden. De eigenaren zien pas geld als de site verkocht wordt. Tot die tijd moeten ze voortdurend met financiers in zee. En altijd de vraag: nu het bedrijf verkopen of wachten tot we nog groter zijn en dus nog meer waard zijn?

Leuk is het verhaal van de viering van het 5 miljoenste lid: de teller op de site werd eerst vertraagd en later weer wat versneld, zodat het 5 miljoenste lid precies op de geplande dag begroet kon worden. Wel zo handig voor het geplande feest!

Ook de verhalen over Wouter Bos en Jan-Peter Balkende zijn het lezen waard.

Zonder meer een aanrader.