Op VMBO’s, HAVO’s, VWO’s, MBO’s, HBO’s en Universiteiten leert men de scholieren/studenten nu rekenen. Pardon, rekenen? Ja, rekenen! Maar leren ze dat niet op de basisschool? Nee, dat leren ze niet meer op de basisschool.
Wat doet men dan wel op de basisschool? Daar doet men aan ‘Het Nieuwe Rekenen’. De problemen daarmee zijn allang bekend. Zie bijvoorbeeld deze publicatie uit 2008. Zelf heb ik als ouder ook deze problemen met het nieuwe rekenen gezien en van dichtbij meegemaakt.
Eén van de basisschoolleerlingen had veel aanleg voor rekenen en had er ook veel plezier in: ze snapte hoe een getal in elkaar zat en vond het leuk om sommen te maken. En kon dat op jonge leeftijd al behoorlijk goed. Maar toen ze ongeveer 9 jaar oud was, kwam het Nieuwe Rekenen. Toen moest ze eerst een jaar lang getallenlijnen tekenen en daarna moest ze met het nieuwe rekenen aan de slag. Voor elke som moest er dan weer een ander trucje (“strategie”) gevonden worden. Voor een kind dat methodisch denkt is dat een echte afknapper. In één keer was al het plezier in het rekenen weg. Dat werkte dus niet.
Een andere leerling had minder aanleg voor rekenen. Daarom was hij juist gebaat bij een éénduidige strategie. Getallen recht onder elkaar zetten en dan optellen, dat lukte nog wel. Zo kon hij getallen van 5 of meer cijfers bij elkaar optellen en tot een correcte uitkomst komen. Maar ja, dat mocht niet bij het Nieuwe Rekenen. Die ouderwetse manier van rekenen was “cijferen” (en daar werd dan een vies gezicht bij getrokken). Ook hij moest op basis van inzicht (dat hij niet had) bij elke som een ander trucje kiezen. Ook dat werkte natuurlijk niet.
Het Nieuwe Rekenen leidde dus tot slechte resultaten. Zowel kinderen die aanleg hebben voor rekenen als kinderen die geen aanleg hebben voor reken, konden nauwelijks rekenen toen ze van de basisschool afkwamen.
Het voortgezet onderwijs (VMBO, HAVO, VWO) heeft tot nu toe met een grote boog om dit probleem heen gelopen. Omdat de scholieren niet fatsoenlijk konden rekenen, werden ze uitgerust met een dikke en geavanceerde rekenmachine die bij elke eenvoudige som werd gebruikt. Wat is 100 : 10? Rekenmachine! Twee derde + twee zesde? Rekenmachine! Dus het kleine beetje rekenenvaardigheid dat de kinderen nog hadden, was na 4 – 6 jaar voortgezet onderwijs helemaal weg.
Ik ken kinderen die met goede cijfers voor wiskunde slaagden op het Gymnasium maar die nog steeds niet goed konden rekenen.
MBO, HBO’s en Universiteiten klagen al jaren steen en been dat hun studenten niet kunnen rekenen. Nota bene de PABO (pedagogische academie voor het basisonderwijs) was de eerste opleiding die hier iets aan ging doen. Ze moesten wel, want hun afgestudeerden waren niet meer in staat om op de basisschool rekenles te geven.
De PABO heeft toen een rekentoets ingevoerd. Je moet die rekentoets halen, anders kun je niet slagen voor de PABO. En steeds meer MBO’s en HBO’s voeren nu deze rekentoetsen in. Op veel universiteiten mag je bij de examens geen rekenmachine meer gebruiken; dat dwingt de studenten ook om te leren rekenen.
En nu wordt de volgende stap genomen. De middelbare scholen (VMBO, HAVO, VWO) merken dat leerlingen die kunnen rekenen, hogere kansen hebben op de vervolgopleidingen. Dus geven de middelbare scholen nu rekenles aan de kinderen. Ouders van 15-jarigen helpen nu hun kinderen bij het maken van staartdelingen en andere rekensommen. Dat was in de hoogtij dagen van het Nieuwe Rekenen wel anders.
En misschien komt er nog wel eens iemand op het briljante idee om onze kinderen op de lagere school goed te leren rekenen. Gewoon, net als vroeger.